1e Mei

Het zonneken piept al door mijn ruiten,

't is amper zeven uur.

Wat wordt het een mooien dag daarbuiten,

in d' heerlijke natuur!

De klokskens die bengelen, helder en blij,

van verre door de stede

en 't hooglied het zingt zoo lieflijk in mij

dees blijden Meidag mede.

Vandaag is het feeste van de natuur,

de bloempjes gaan aan 't fleuren,

zelfs hier niet, geweerd door slot en muur,

versmoort men 't groot gebeuren.

Ontroerende zoete lentezangen,

hoe streelt g' in dezen mei,

het sidderend hart dat zit gevangen

en lispelt 't woordje: "vrij!"

Die dag heeft mij weer geleerd te hopen,

'k verlies mijn moed nu niet,

want eer nog de "meie" is verloopen

ligt "Vrijheid" in 't verschiet!


1 mei 1942