Gevangenisdagboek

7 april - 23 mei 1942

Dinsdag 7 april

1e dag. Aankomst Nieuwe Wandeling. 7 uur. Opgesloten cel 26. Strenge afzondering.

Woensdag 8 april

2e dag. Zonder uurwerk is 't moeilijk te bepalen; ik denk: 6 uur - bellen wekken.

Licht aan, cel uitvagen - slaapgerij opvouwen - bed opbreken en veranderen in tafel - daarna: wasschen zonder zeep en toilet maken zonder spiegel.

7 uur. Koffie (dat zal wel eikelsap zijn). 1 kwartje brood (geen mes, alles afgenomen). Kübel (toiletemmer) uitgieten.

8 uur (9 of 10 of 11?). Ausgang : de cel buiten en opgesloten op den koer in een openluchtshok van 6 m lang op 7 m breed.

12 uur. Soep (wortelen + raapkool); dan in de cel blijven.

6 uur. Avondmaal : wortelen, raapkool, ½ stukje aardappel + 3 gepekelde sprot.

8 uur. Licht aan en afschermen. Bed opstellen.

8 ½ uur. In 't bed.

Zelfde menu alle dagen.

Donderdag 9 april

3e dag. Nog een dag zonder einde begint en dan die voortdurende onrust, van wat beschuldigt men mij? Ik ben er niet van bewust. Goddank, ik word geroepen en moet mee per auto... Wat een plezierreisje zelfs met een baard van 3 dagen. Zie, ik ben bijkans thuis. Vragen om naar huis te gaan... Nutteloos, afgewezen. De ondervraging duurt lang. Ik geloof er moet veel berusten op misverstand van jongere leerlingen die mij min kennen en dus in mij den oud-officier, zegge een 'franskiljon' hebben gezien. Enfin, ik hoop dat alles gauw verlopen zij. Te 1 uur ben ik terug binnen. Ik ben van cel 26 overgbracht naar cel 51 en nog steeds 'Achtung - strenge Einzelfhaft!' Met al dat krijg ik den brief terug die ik dinsdag naar huis schreef en niet verzonden... Mijn laatste pijp toebak, mijn laatste cigaret en mijn laatste stekske verdwijnen nu.

Vrijdag 10 april

4e dag. Vandaag zal 't wel niets zijn?... Ik loop talloze malen de cel op en neer... talloze malen. Ik begrijp nu, geloof ik, den blik der gevangene dieren in hun kooi en ik denk beter in waarom zij zoo eeuwig heen en weer lopen. Ik mag niet buiten de cel vandaag? Waarom? 't Zal wel zijn omdat zij op den koer gezamelijk gymnastiek doen, ik hoor in 't Vlaams bevelen... Ja, dan liever niet... In den namiddag een kleine afwisseling: wij mogen een dagblad koopen. De keus is beperkt, ik koop 'D-Dag'. Na vele kaartspelen en mijn ... retraiteoefeningen is de dag verstreken. Spijtig dat ik hier mijn licht niet uitdraaien kan en ik dus moet afschermen. Ik kan den avond niet zien vallen, ik kruip dus met 't laatste licht in 't bed. Slaapwel, lieven allemaal. Een rooklooze dag, 't is zwaar.

Zaterdag 11 april

5e dag. Mijn naamfeest. Een gaat een glorieuzen dag op: 't is wonder hoe men, in een cel door 't enge venster, wijl 't fletse lampje binnen nog brandt, den strijd kan waarnemen tusschen nacht en dag. 't Is een aangenaam gebeuren en 't moet zalig zijn, nu ergens buiten en vrij, hiertegenover in 't parkje bijvoorbeeld, de lachende zon boven de huizen te zien komen... 'n Nieuwe dag dus, na een pijnlijken en onrustigen nacht. 't Zijn al die eindelooze uren!!... Vandaag waren al de anderen buiten, ik niet... nog altijd strenge Einzelhalt. Nu heb ik 't zonnetje dat mij gezelschap houdt en dat is niet weinig. Nu was ik toch nog buiten in het hok en in 't lekker zonnetje. Vandaag kregen wij bij 't avondmaal 3 vischjes... alleen tutten en preien met 'n half aardappelken. 't Was een waar 'Naamfeestbanket'. Hoe laat is 't nu, de zon zit ergens boven Doische dat zal wel 'n uur of 6 ½ zijn... Nog twee lange uren... hoe goed is 't nu tehuis! Ik ben bij u, hoor! Tweede dag zonder den troost van 'n pijpje of 'n cigaret... 't is zware vasten. Het lichtje brandt, de dag is om... Den 5e van dees reeks ... en morgen een hernieuwde dag.

Zondag 12 april

6e dag. De wind zit goed, ik kan 't belfort alle uren hooren slaan, zoo heb ik er dezen nacht slechts een gemist: de klokslag van 2 uur. Mijn zondagmis?... Zie, daar, hoor 't orgel spelen en ik kan de gansche gezongen mis van uit mijn cel van verre volgen tot en met het 'Domine *****...' Ik teken op den muur de zon aan die vooruit kruipt... o, zoo langzaam. Van 11 ½ tot 12 ½ een luchtje scheppen in d'openluchtskooi en bewaakt gelijk de wilde dieren. Bij 't terug binnenkomen in de cel: grand menu du dimanche : watersoep van prei en raapkool... De groote Vasten gaat voort voor ons. De volstrekte afzondering weegt zwaar: geen woord, geen teeken van leven van niemand. Had ik maar 'n pijpje of 'n cigaret. Voor 't vensterken gekluisterd ontwaar ik van verre 2 of 3 vensters van een huis op de Coupure... 't Souper voor verandering peeen met raapkool.... maar zonder visch. Ik geloof dat er vlees in moest zijn, want ik heb een vezel van een vingernagel groot ontdekt... 't Is niets als ik maar niet al te veel verflauw zoodat de werkkracht gaat ontbreken. En weer de laatste uren van een eeuwigen dag... zal ik morgen voor 't gerecht geroepen worden?

Maandag 13 april

7e dag. Zal 't heden uit zijn met mijn afzondering en zal ik weten hoe lang deze foltering moet duren?... Och, Heere, ja, laat het uit zijn met die onzekerheid! Hedennacht ging beter dan gisteren, alleen eens even wakker geschud door 't gekraak van een bom en 't geloei der sirenes. Telkens blij als ik achter 't blauwen afschermpapier het eerste daglicht zie binnensluipen... altijd die hoop, die 's middags weer verdwijnt en mij verlangend dan doet uitzien naar den onbereikbaren avond. 't Is middag voorbij... Goddank! hier is 't eerste pakje van huis, wat genot dat versch ondergoed en zich te wasschen met zeep en af te drogen met 'n deftigen handdoek! Ik herken aan 't adres het 'vaste' geschrift van mijn Nineke. Ja hoor, meisje, 't is begrepen! Goeden moed. Hoe jammer dat er geen cigaretje bij steekt... 't is al van donderdag geleden... 't is waarlijk zwaar. 't Zal dus wel weer voor vandaag niet zijn?... Allemaal bij den dokter gepasseerd voor lijfonderzoek. Nog een buitenkansje, ik geraak daar van mijn baard af, 't was zeven dagen geleden... niet moeilijk om zoo met 'n boeventronie rond te loopen. Had ik een spiegel, ik zou mezelf wel herkennen, hoop ik. 't Was dus nog niets vandaag. Nog een nieuw spel kaarten gemaakt om den tijd te verdrijven en later een boek ontvangen van Walter Scott. Allo, ik mag wat lezen! Slaap wel, lieven.

Dinsdag 14 april

8e dag. Nog 'n slapelooze nacht! Mijn pyjama bracht wat comfort... ik voelde mij iets meer thuis. Dat wasschen met 'zeep' over een geschoren aangezicht is een echte luxe. Allo, weerom met nieuwe hoop tot vanmiddag! 't Is vanmorgen juist acht dagen geleden dat ik van mijn duurbare vrijheid werd beroofd... die mij zoo onschatbare vrijheid. Middag en... niets nieuws... 't zal dus voor vandaag niet zijn, dat ik zal weten wat men zinnens is met mij. Verandering op 't menu vandaag : bij de wortelen en de preien zijn wat erwten in de soep... geen doperwtjes hoor, maar alle verandering is welkom. De dinsdag zal wel een bijzondere dag zijn in de gevangenis aangezien de drie vischjes terug verschenen zijn bij de preien en raapkool bij 't avondmaal. Welgekomen overigens, want honger is een goede saus. Nooit werden mijn zenuwen en mijn geduld op zulk een afgrijselijken proef gezet. Zelfs de vrijheid in uw stappen voor onafzienbaren tijd belemmerd... en de tijd kruipt... en kruipt afzichtelijk traag. Te 8 ½ uur, op den stroozak, wijl 't zonlicht nog op de daken wemelt en natuurlijk eerst afschermen... De Anstaltsaufscher komt mij regelmatig bezoeken en goeden nacht wenschen. Het is een gemoedelijk man, die veel schijnt te begrijpen.

Woensdag 15 april

9e dag. Alzoo 'n nieuwe dag met nieuwe hoop, na 'n rustelooze nacht... Na de cel grondig te hebben uitgevaagd, en zoo goed als 't gaat toilet te hebben gemaakt en 'n paternoster te hebben gebeden als morgengebed is 't nu volgens 't luiden der klokken omstreeks 6 ¾ uur... Zoo ziet ge, 't is een lange weg... Mijn zonnewijzer in de cel wijst reeds 10 uur en nog niets... 't Zal dus wel weer voor heden niet zijn. Terug maar 'n cigaret gesmoord dezen namiddag. God zegen dit onbekende hand... 't Avondmaal als naar gewoonte, maar zonder vischjes. Och, dat zal tehuis ook wel... zonder vischjes zijn. Over een uurtje is ook dezen 9e gevangenisdag voorbij en nog weet ik niet wat men met mij vanzin is. Mijn avond- en zondagsschool is herbegonnen zonder mij. Morgen herbegint mijn dagklas zonder mij... Wat zal 't einde van de maand geven in de levenskast van 't huisgezin? Kom, kom, op God betrouwd is nooit berouwd. De dag is me min zwaar gevallen dank zij mijn boek, mijn cigaret en ja, ziet ge: 'Kop op hé, vooral bij tegenspoed'. 'k Verlang zoo innig veel naar u allemaal en gij wel evenveel naar uw Pa. Misschien wandelt gij even in dezen mooien avondstond in 't hofken voor 't gevang? Dan voelt ge u dichter bij me en ik bij u. Slaapwel, lieven allemaal.

Donderdag 16 april

10e dag. De school herneemt. Ik ben opgestaan even wijs als vroeger. Een plankje onder de stroozak en een deken opgevouwen tot oorkussen hebben mij de nacht niet veel lichter gemaakt. Dit is geen slapen en rusten, maar een rusteloos, ongemakkelijk woelen. Ach kon het maar voor heden zijn, zoodat ik weet hoelang nog ik in deze zenuwsloopende vernietigende "Einzelhaft" zal worden gehouden. Steeds dat ijzeren deurken open en toe voor uw snuit en dat eindelooze over en weer trappen in de benauwde cel! God helpe mij en geve mij weerstandsvermogen. Rond 9 ½ terug buiten in de kooi geloopen tot omstreeks 10 uur... Daarna weerom achter slot in de cel... en niets nieuws. 'k Durf bijna zeggen niets te verwachten vandaag: de blijvende onzekerheid en dat duurt nu 10 dagen. Dat noemt men een foltering. Ziezoo, het 'diner' is verloopen ook zonder verandering... Waarschijnlijk is dit om gedacht te geven der eeuwigheid? Gelukkig heb ik een cigaret en dat is veel! De eikens en de hoofdvlak van thuis zijn waarschijnlijk beter dan het gewone menu. 't Was alles samen genomen een goeden dag met nieuwe hoop. En zeggen dat ik hier amper tien minuten van u af ben mijn lievelingen... maar 't is een ijzeren tusschen!... Enfin... zooals 't Ons Lieve Heertje zal believen. Die maakt alles gauw weer goed.

Vrijdag 17 april

11e dag. 'n Nacht gelijk d'anderen van woelen en keeren wat er eigenlijk hier rond vier uur gebeurd is , dat mag Joost weten. 'n Gestommel en heen en weer geloop en wat weet ik meer en dat heeft zoo voort geduurd tot bij 't opstaan. Relève of hoog bezoek? In elk geval mijn morgenuurtje dat ik nog een oog sluit was er aan. Mocht het voor heden zijn, ik word zoo nog op de zenuwen... En daarna zal 't natuurlijk vlug te arbeiden zijn en dat zonder vacantie... Enfin ik krijg nog wel gelegenheid om te rusten... later. De "Ausgang" is verloopen voor vandaag . 't Zal wel ongeveer tien uur zijn en daarmee is ook voor heden de kop ingedrukt van de nieuwe hoop... Morgen zaterdag... 't zal niets zijn, zondag natuurlijk niets, dus maar weer geduld tot maandag... Wie in geen ijzeren kooi gezeten heeft, weet niet wat een foltering dit is... vooral als men de vrijheid lief heeft als ik! Voilà, de elfde dag is verstreken. 't Is vrijdag avond. Wat zou het thuis gezellig zijn: 'n praatje en 'n kaartje...! En 't is maar zooveel. Nu laten wij filosoof zijn. Elke dag die verstrijkt is een dag nader bij het einde van deze beproeving. Ik schrijf nog en geef heden avond een woordje af voor Moeske... Zal het mij weerom terugkeren. Dan moet ik het beslist uitstellen, tot mijn "Einzelhaft" zal verstreken zijn. En alzoo vergaat den tijd toch nog met... 'n kaartje, 'n weisje en 't schrijven van 'n dichtje!... Ja, wie had dat gedacht dat dit den tijd moest dooden. Slaapwel lieven allemaal.

Zaterdag 18 april

12e dag. 't Zal dus wel voor dees weekeinde niet zijn dat ik een verzekering zal krijgen. Ik scherp dus nu reeds mijn geduld tot maandag a.s. Dat zou dan reeds den veertiende dag zijn opgesloten en afgezonderd zonder uiteindelijk oordeel... Kom, laat ons boven naar de vogels en de klokken luisteren in dezen mooien, vrijen lentemorgen. 't Slapen ging toch iets beter en zoo houd ik me mischien wel recht. 't Slaat 7 uur op 't Belfort: mijn cel is gekuischt, mijn bed opgekraamd, ik ben gewasschen, gekamd en gekleed, ik zit aan mijn ijzeren bedtafeltje. Door mijn venstertje valt de lenteklaarte en mijn lichtje brandt. Men brengt juist mijn eten: 1 kwartje brood (oud) en een kroes eikelsap. Buiten in de kooi geloopen tot 11 ¼ uur . Een pakje van tehuis ontvangen met ondergoed en tandpasta en cheque geteekend... En meteen mijn brief terug van gisteren: "Ik mag niet schrijven". Ziezoo... Ik zal het dus ook niet meer beproeven totdat men mijn afzondering opheft. In de soeper was 't vleesch onderbegrepen 1cm²; daarentegen kregen wij nadien een hele kroes afgeroomde melk, die was natuurlijk welkom! Dus nog 'n dag afgeloopen en morgen nog 'n zondag zonder mis. Ik zal trachten ze te volgen achter mijn gesloten celledeurtje. Ach mijn goede zondagnamiddagjes tehuis in mijn familiekring. Slaapwel allemaal lieven.

Zondag 19 april

13e dag. De nachten maken mij beslist kapot... 't Zal wel 2 of 3 uren gevuld zijn voor ik een oog heb gesloten. 't Is al die hersenen die men niet stilleggen kan. Straks de H. Mis... gehoord van verre. 't Is erg dat ik zelfs nu op 30 passen hiervan in de kapel niet kan tegenwoordig zijn. Allé met vernieuwden moed dezen 2e zondag van U gescheiden aanvaard dan. Ik leef toch met u thuis mee, hoor! Wat voor lekkers hebben Ma en ons Nieneke vandaag bereid... Hier is't groot feest hoor: 't zal soep met preien en raapkoolen zijn! Mijn bezigheid van nu tot 11 uur ( 't is nu 8 uur): van den eenen muur op den anderen staren, trachten in't zonnetje te zitten van zohaast het de goede hoogte bereikt en aan u allemaal denken. Misschien een kaartje slaan (ja ik heb al 3 spellen kaarten gemaakt, hoor) en om 11 uur voor een uur buiten in de leeuwenkooi. 't Is middagsoep gelijk altijd, er schijnt toch vleesch in geweest te zijn. 'n Lange lange namiddag, ik hoor hof vanuit mijn cel. 't Belt 6 uur en ik heb gedaan met 't souper. Ik heb in mijn stamppot een ongelooflijke ontdekking gedaan: een echt en waarachtig stuksen vleesch! Mijn tanden hebben er heel voorzichtig en eerbiedig op gekauwd omdat het lang zou duren. God weet maar hoelang? En na nog 3 lange avonduren: mijn schone zondagavond tehuis... Gelukkig heb ik een nieuw boek en nog wel van Courts- Mahler: de mooie Caliefsvrouwe en ik heb mijn pijp gestopt... met de eindjes van mijn cigaretten... Dat is een oorlog: zondagavond. Ik ben toch met mijn hele wezen bij u! Ons Tieneke is ook tehuis hé? Slaapwel lieven.

Maandag 20 april

14e dag. Na een moeilijke avond is de slaap toch eindelijk ingetreden. Ik kan evenwel zeer moeilijk mijn zwaarmoedigheid te boven geraken. Ik vraag niet meer : zal het voor vandaag zijn? Maar wel : zal het voor deze week zijn?... Dus dagen worden weken en weken worden eeuwen... het is een eeuwigheid!... Geen "Ausgang" vanmorgen, daarentegen een goed stortbad, dat had ik onzeglijk noodig en 't heeft me wat opgekikkerd, nu nog vanmiddag "rasieren'... en de bezigheden van den dag zullen wel verloopen zijn helaas... 't Is zoo, zie, zij zijn verloopen. Ik had gehoopt van vroeger geschoren te worden, 'k ben ongeschoren in den vollen zin van 't woord. Allé, morgen, misschien. 't Souper was zonder pekelsprot maar er lag waarachtig een vezeltje vleesch in den stamppot. Is dit een goed voorteeken, wil men mij op het naar huis gaan voorbereiden... Helaas, die hoop is van dag tot dag kleiner, ik voorzie niet wanneer het eindigen zal. God helpe mij, want ik heb veel kracht en veel geduld noodig. 't Is een mooie lenteavond... was ik toch maar bij mijn lievelingen weer! Ik kus u allemaal innig van verre. Slaapwel!

Dinsdag 21 april

15e dag. 'n Tamelijk goeden nacht, Goddank, en een beetje nieuwe veerkracht... 't is dus vandaag 14 dagen geleden dat men mij te huis wegrukte... droeve herinnering. Alle, goeden moed. Misschien nadert het oogenblik waarop ik zal weten. Indien ik vandaag niet voor het gerecht verschijn, zend ik een schrijven naar den onderzoeksofficier om te vragen dat ik den opgelegde straf en den duur ervan zou kennen. 'n Zonlooze dag, er zal van uren raden geen sprake zijn. 't Diner is verslonden: peeën en raapkoolsoep met wat erwten om eens te veranderen. Nu honger is een beste saus en 't smaakt toch spijts alles. 'k Kan een cigaret rooken, dat is een troost. 'k Hoor vele klokjes van Gent 12 uur slaan in de middagstilte, nu zit men thuis rond den schamelen disch... was ik maar daarbij. De lange matelooze eentonigheid van mijn 15e gevangenisdag. 't Is ongelooflijk zwaar! Ik zucht en ik verlang onnoemlijk veel naar huis. Alle dagen eerder en den troosteloozen slenter van 4 enge muren en zonder beweging en bezigheid. 'k Heb wel al zoo 20 kaartjes gespeeld, 't is om bij te weenen. De brief aan den onderzoeksofficier geschreven vanmorgen, vanavond reeds terug met de vermelding: "Mag niet schrijven". 't Was een zeer slechte dag voor mij. Ik zal dapper moeten leeren tegen mijzelf strijden en niet hopen, alleen maar leeren verduldig wachten. O.L. Heertje brengt alles goed ten gepaste tijde. Lieven, ik mis u hartelijk. Goedenavond en geef u een kruisken aan allemaal!

Woensdag 22 april

16de dag. Alzoo goeden morgen lieven allemaal. Den 16e dag opsluiting en afzondering valt aan. Met nieuwen moed dezen dag laten verloopen en het voorneemen genomen van niet meer te treffen hoe lang het ook duren moge. Gelukkig weet de kleine niet, die mij dit op den hals haalde, wat uiteraard hij heeft bedreven. Zoo is 't best, zoo moet er hem niets vergeven worden. Veel meer, 'k hoop dat 't zonneken er door komt, 't is anders nog troosteloozer daar zoo onmiddellijk bevel gekregen van mijn cel uit te schuren en eerst te dweilen... Natuurlijk volbracht onder bewaking, eeuwig durende bewaking van een Duitsche soldaat. 't Zonneke weert zich om er doorheen te komen. Ik wou dat 't waar was. Eindelijk komt mijn eerste bezoeksverlof, 't is 11 ¾ u. Wie zal't zijn? 't Is vriend Antoine die Goddank mijn zaak in handen neemt. Een steen van mijn hart, mijn lievelingen zullen geen grote honger lijden... Een steen op mijn kop: men spreekt van 6 maand. Hoe is't mogelijk!... Allo, O. L. H. wees mij genadig. Tweede bezoek dezen namiddag met de vaststelling dat het niet ons moeske of de kinderen mochten zijn maar 't was Hendrik. 't Heeft mij natuurlijk genoegen gedaan. Enfin 't is een bewogen dag en mijn hart doet mij pijn! Ik denk altijd maar aan die 6 maand! Dat zou tot 7 october zijn! Tot 7 october in die hel! O.L.Heer geeve mij veel moed en aan de mijnen eveneens. Ontvangen van ons lievelingen eten, schrijfpapier, inkt, zakdoeken. Zij sparen zich het eten uit de mond, zij mogen niet, nu, ik schrijf dat wel. Slaapwel mijn zoeten allemaal.

Donderdag 23 april

17de dag. Feestdag van Sint-Joris. 'n Zeer moeilijke nacht gehad... Ik weet dus nu en zal met alle macht mijn verdedeging aan mijn advokaat overdragen. God helpe mij! 't Was 'n groot dag vandaag, 'n soort van hoogdag (Sint-Joris waardig). Met al mijn koortsachtig werk is het avondmaal verloopen eer ik mijn dagboekje in handen pak. Lekkere kost met dat goede botertje van huis en het fijne roggebrood van ons Moeske, en die goede eikes van huis en dat vleesch waarvan ik den smaak vergeten was! Lieven, gij spaart u 't nodige uit den mond! En dan die goede cigaretten van huis!! Ik schreef mijn verdediging voor mijn advokaat... 16 bladzijden pro patria... Maar ja, als de zaak nu morgen opgeroepen wordt, wat moet ik doen? Hoe kan Antoine dan mijn verdediging nemen? Allé, O.L. Heertje zal daar ook wel in voorzien. Ik verlang u toch allemaal zoo eens te zien, mijn liefste lievelingen, en 'k ben benauwd voor morgen... zal het nu 6 lange maanden worden? God geeve toch van neen! Met goede moed en een kloppend hartje dan maar afgewacht. Misschien zie ik gekende gezichten op 't gerechtshof? Onzen Pépé en André met Albert of Christine misschien, ons zoete moesken zal wel niet kunnen komen... 'k Ben natuurlijk koortsachtig gejaagd en wel zoo dat ik er dorst van heb! Ach al was 't maar een onnoozel glas tafelbier van... thuis! Er zal wel van slaapen niet veel in huis komen... Allé,... ik reken op uw gebeden en uw liefde allemaal. Een hartelijken kusken en een kruisken.

Vrijdag 24 april

18de dag. 't Zal dus, schijnt het, vandaag zijn dat men mij de beslissing zou meedeelen, misschien eindigt dan meteen die zenuwsloopende afzondering. Allé, 't is ongeveer 9½u, denk ik en er is nog geen schijn van mij te roepen. Straks wordt het mijn beurt om buiten een uurtje in de leeuwenkooi te loopen en dan zal het heel zeker voor vandaag niet meer zijn. Heer, leer mij a.u.b. geduld te oefenen!... Dank God, dank God! Ik heb mijn lieven gezien, allemaal buiten ons Bertje, ons vrouwken en onzen Pépé! Wat een geluk en wat een foltering... Zij schijnen moed te hebben en ik geloof dat ik mij niet te veel zorgen zal hoeven te maken! Allons, goeden moed... Met nieuwe krachtinspanning het kruisken opgenomen en een stappeken verder gedragen. Anders hier nog geen nieuws over wat mij te wachten staat. En mocht het toch min zwaar zijn dan het mij voorspeld is. Ik ben toch zoo gelukkig van eens in al die lieven oogen te hebben mogen kijken, wat was dat toch goed en aangenaam. O.L. Heertje schenk ze mij a.u.b. spoedig, spoedig, weer allemaal en bewaar ze goed onder uw zegen!

Zaterdag 25 april

19de dag. Nog 28. Einde der afzonderingsperiode. Niets nieuws. 't Zal wel maar voor maandag zijn. Intusschen blijf ik afgezonderd en mag geen brieven schrijven. Ik verwacht dringend vriend Antoine. Hip! hip! Hoerrah! vandaag over 4 weken kom ik vrij als 't God belieft, als ik dus goed kan rekenen, mag ik den Hoogdag van Pinksteren tehuis vieren. Goddank! Goddank!... Hier zal nu wel de afzonderingsperiode eindigen naar ik hoop. Ik zal 't gauw gewaar worden! Nog eens bezoek van Mimi met 't blijde nieuws dat ik al ken... 't Is uitgerekend hoor, nog 28 dagen hier, nog 28 keer in 't ijzeren beddeken slapen, 't is noch wel lang maar wat is nog vijf zondagen en morgen valt er al één weg... vergeleken bij die 29 die ik had gevreesd... De lekkere peeën en tuttenstamppot is er dan ook nog met lust binnengegaan, er waren zelfs roode koolen en een aardappel of 4 erbij... Ze zullen tehuis al niet veel meer gehad hebben, buiten 'n sneetje brood en een glas bier... En er blijft mij nog een lekker eiken voor morgen... Moest ik klaagen, ik zou dus een echte ondankbaare zijn, dus slaapwel nog 28 keeren allemaal lieven een dikken kus en een kruisken!...

Zondag 26 april

20e dag. Nog 27. De 3e zondag begint. Er blijven dan nog 4 van die soort, alzoo komen wij stilaan naar halfwege van den Calvarie. Maar ik begin dezen mooien lentezondag met andere gevoelens dan de twee vorige, Goddank. Ik ben bevrijd van een ongelooflijken last. 'k Zal voor vandaag nog mijn Mis moeten horen in mijn gesloten kerkertje omdat ik nog maar steeds afgezonderd ben. Nu dat afzonderen hindert mij niet veel meer... Ik zal misschien aanstaande week mogen vragen om de H. Mis bij te wonen in de kapel. D'er zijn er nog 27 te kloppen vandaag hoor! Wat 'n lekker ontbijt... met 'n eike van thuis... mijn laatste...'t was als zat ik thuis aan tafel... al is 't eikeloog zoo goed niet als Moeskes surrogaat!

Deze dag spoedt weerom ten einde. 't Zal nu zoowat 7 ½ uur zijn. Wat zouden m'n lieven morgen uitvoeren. 'k Hoop dat zij van 't goed weer gebruik hebben gemaakt en eens lekkertjes de velden zijn ingegaan. 't Is hier zoo wonderlijk stil en doodsch als in een graf, buiten hoort men den wind nogal zijn parten spelen. Hij joelt in de draden. Van tijd tot tijd hoor ik op de Coupure een tram den draai nemen, ik hoor zijn wielen tegen de riggels schuiven en dan het verre gestomp van één of anderen boot... ach, al die vage stemmen die 'n mensch uitnoodigen... 't is waarlijk een bekooring! Wat ben ik blij dat ik hier niet tot 7 october zitten moet. Straks op den stroozak en er is weer een dag heen! Dag, lieven allemaal.

Maandag 27 april

21e dag. Nog 26. 'n Echt spel kaarten en m'n boek gisterenavond nog ontvangen -leuk- maar 'k heb knoopen en naalden met garen terug moeten afgeven... zeker omdat ze schrik hebben dat ik mij zal zelfmoorden met een naald!

Dat was een goeden nacht om den 21e dag te beginnen... stroo en ijzer beletten mij niet van te slapen als mijn kop maar stil ligt. Nu is de rekening zoo gedaan: nog 26 te doen, nu dicht bij het toppunt van den kruisweg, de andere helling is bergaf... Nog maar altijd "einzelhaft". Ze hebben mij gisteren vergeten. Eigenlijk heb ik dat liever, dan heb ik mijn cel alleen en dan hoef ik niet gymnastiek te doen ... de keerzijde is dat ik nu nog niet kan schrijven. 't Ligt alles gereed, maar ik heb geen omslagen. Nu, wij zijn toch gerust, hé lieven? 't Souper is verloopen, 't is nagenoeg 6½ uur. Moeskes pakjes hebben mij bedorven, ik heb honger, 't zou hier goed zijn voor nonkel Achiel : n'een heelen pot mee vitamienen en 't voedsel is vertegenwoordigd door 'n plaatsvervanger. Nog 3 uurtjes en den 21e dag is geklopt. Aanstaande maand deze tijd, als 't God belieft ben ik al weer thuis! Ik kan toch wat beter den tijd regelen: schrijven, 'n dichtje maken, 'n kaartje spelen, 'n paternoster bidden, mijn gazet lezen, als mijn boek niet uit is een stukske uit mijn boek ... en dan rekken van de eene maaltijd naar de andere met tusschentijd 'n cigaret ... Vooral langen naar het avondmaal omdat het dan zoover gespeeld is met 'n nieuwe dag. Een kruisken en en kusken allemaal mijn lievelingen!

Dinsdag 28 april

22e dag. Nog 25. Mijn 21e nacht was flauw!...Na veel draaien en keren is den 22e dag dus toch aangebroken en schuif ik naar den helft van de beproevingen. Allo, die 15 daguren achteren mij aangesleept, er zijn er alzoo nog 375 te trotseren, met de nachturen bij nog 900. Ik ga geheel zeker eens een tabelletje maken, dat zal den tijd verdrijven. U ziet 't lieven, 't is onderbroken, ik wordt van cel 51 verstoken naar cel 45. Daar vind ik twee voortreffelijke menschen. De heer Vande Kerkckhove, tandarts van den Antwerpse steenweg en de heer De Vos, syndikale leider van de Rooigemstraat. Men burgert zich op 't gemak in, stilaan. De menschen doen alles om 't mij gemakkelijk te maken. Nu is 't in den volle zin 'paillasse par terre', maar allé, à la guerre comme à la guerre. We slaan natuurlijk een bridgeken gedrieën en 't is 9 uur voor dat wij het gewaar worden! Van schrijven zal nu misschien niet veel in huis meer komen.

Woensdag 29 april

23e dag. Nog 24. Halfwege. 'n Slechte nacht gehad, maar 't zal een goede dag zijn - zonneke, vriendelijk gezelschap ... en de tijd spoedt heen en dat is 't voornaamste. We zullen dus vandaag voor de eerste maal 't gymnastiek doen. De turnles is verloopen, wij zijn met een honderdtal in de eerste reeks. Middagmaal genomen in familie nadat ik voor de kinderen van de medegevangenen een paar gedichtjes heb gemaakt. Een boterhammeken gekregen bij 't middagmaal van de medegevangenen en als dessert een 'vlaaiken'! Allo, de 23e dag verloopt min eenzaam. We kaarten dat 't een plezier is. Een pakje van huis! En wat 'n pak, daar hebt ge geen idee van ... Wat al lekkers! Wat al goeds! En dit na zulk 'n rampzalige armoe. Het is zooveel weelde insgelijk. En smaken dat het doet, 't om bij te weenen! Nee, ze hebben dat waarachtig uit hun mond gespaard! Wat lief! Heel 't celleken ligt vol. Ik vraag me af waar er meede verbleven. Na 't souper en dat was het deezen keer ... m'n lievelingen. 't Belt negen uur voor iemand er aan gedacht heeft. Slaapwel m'n lievelingen en dank u zoveel, dank voor al dat goeds!

Donderdag 30 april

24e dag. Nog 23. 'k Heb mijn evenaar overschreden zonder slapen. De nachten zijn moeilijk, maar ... pas op, van hedenaf tel ik af hoor! 'n Ontbijt met lekkere boterhammetjes en koffietje van thuis ... En of het goed was! De dag valt hier in een ongekend tempo! Wat is dat goed van zooniet altijd te kunnen (onleesbaar). 'n Morgen die verdween in 't maken van een paar dichtjes voor mijn medegevangenen. 's Middags was 't waarlijk rijk diner, ook de anderen hadden een pakje ontvangen, dus soep met bouillonblokjes, daarna lekkere boterhammetjes, dan een pralientje, dan een stukje koek dan een tabletje van makker Gaston (wij delen natuurlijk profijtig), dan een klein beetje kaas van Isidoor en tenslotte een dadelken. Wel allemachtig, van Georges de coiffeur nog dat lekker korstje wit brood met vleesch van (onleesbaar). 't Was toch zoo goed. Lieven, ik heb grooten moed. De dag verstreken met 'n kaartje en met 'n praatje over Frankrijk en zie, den 24e dag is om, nog 22. Slaapwel, lieven.

Vrijdag 1 mei

25e dag. Nog 22. Dus nog 22 dagen. De mooie maand van O.L. Vrouw begint. 't Zal dus als God belieft mijn verlossingsmaand zijn. Lekker geslapen vannacht, 't was vandoen, hoor. En daarbij aan tafel gezeten bijna gelijk tehuis. Zie, dat is toch 'n groot verschil met de verleden week. Er zijn gisteren aan handen en voeten gebonden gevangenen binengebracht. Al de Duitsche soldaten zijn vervangen door onderofficieren en op den koer staat een wacht. Er moet dus iets ernstigs gebeurd zijn? Een medegevangene Mr. Van de Kerkhove wordt opgeroepen om 9 uur..., in de namiddag is hij nog niet terug. Hij komt weer na 4 uur volledig ontmoedigd. Vanmorgen werd hij vrijgelaten maar hij wordt onmiddelijk weer aangehouden door de geheime veldpolitie. Ge ziet van hier wat een cafard. 't Is hier maar neerslachtig vanavond. 't Kaartje schiet niet op. Ik denk aan de komende 20 dagen ... Ik hoop vannacht rust te vinden. Slaapwel, lieven allemaal. Tot spoedig hoor.

Zaterdag 2 mei

26e dag. Nog 20. Nog een goeden nacht gehad, Goddank! Er heerscht in onze cel een min of meer gedrukte stemming, mijn beide medegevangenen hopen maar steeds op vrijheid, maar daar komt niets van in. Er was sprake geweest dat ik gisteren de Belgische civiele afdeling zou vervoegen, ook daar is niets van ingekomen. Nu dat is alles van m weinig belang: over 3 weken ben ik vrij als 't God belieft! God, wat lang ik ernaar. Nog 20 dagen, nog 20 keeren op den stroozak. Morgen tellen wij alreeds maar met één tiental niet meer. Hedenmorgen na den Ausgang word ik onmiddellijk naar de burgerafdeling overgestuurd. Ik word daar al direct terzijde geroepen en zal in de griffie van het tribunaal terwerkstelligd worden. Thans ben ik alleen opgesloten in cel 109. De cellen zijn ruimer. De bedden zijn vooral gemakkelijker naar het schijnt. Alles wordt mij door de Duitschers afgegeven en alles wordt weerom afgenomen. 't Is weerom alsof ik in de strengste afzondering doorbreng. 't Vaart mij geweldig. Reeds van den namiddag van 2 tot 5 uur op 't bureel gewerkt en mogen rooken daar. Daarna weer de cel in. Hier hebben wij een flesch bier gekregen bij 't avondmaal. Wat een raar gevoel van weer te weten hoe laat het is. Slaapwel, lieven.

Zondag 3 mei

27e dag. Nog 19. Eerste nacht in de Belgische afdeeling half goed doorgebracht ...Ik ben hier nog vreemd en vind dus nog mijn gemak niet. Enfin, nog 19 dagen, hoor, en na dezen zondag nog 2 zondagen geduld. De eerste maal de H. Mis bijgewoond in de kapel van 't prison ... Mijn eerste H. Mis sinds 4 zondagen. 't Is een vreeselijke gewaarwording! Op 't oogenblik dat ik van de H. Mis kom moet ik nog 465 uren! Na de H. Mis kan ik alvast gaan "werken". Dat is nu tenminste geen opsluiting meer, maar een opluchting van buiten te zijn. D'eerste briefwisseling van tehuis. 't Is wonderbaar en roerend. Deze namiddag vervleidt als een roosje onder een gezelligen kant buiten de cel. En of 't aangenaam is bij een lekker vuurtje! Zoo kan ik me geestelijk opknappen en is nu alle neerslachtigheidvan mij vervallen ... Wat 'n goed vuurken. 't Is noodig dit te ondervinden, men zou tenslotte aan de goedheid gaan twijfelen. Dag m'n lievelingen, allemaal een hartelijken kus, hoor!

Maandag 4 mei

28e dag. Nog 18. Vannacht heeft Sinterklaas geweest. 'k Vertel u dat wel!! Leuk hoor! Wat 'n schoone droom! Van alles die door m'n deurtje viel. Al vervloekte ik eerst de aangestoken lamp ... Ik ben dus definitief aangeworven ter griffie, zie ik pak mijn eerste schrijfwerk tot u nu ter hand en 't is 5 uur. Ik ben juist hedenmiddag even in de cel geweest om te eten, verder naarstig gewerkt. Wat een weldaad!!! Straks komt men terug om mij voor werk in de boekerij, dus nog geen celleleven, dat noem ik hemel! Nog 18 dagen was het, Moeske lief. Wat schuift dat goed, nu ik u schrijf is 't nog maar 433 uren meer. Na 5 uren ben ik terug naast 't kachelken gegaan 'n cigaret gaan smooren; rond 6 uur nog even in de cel om 't Duitsch appel te ondergaan en dan weer tot 8 uur aan 't werk. Nu houd ik nog een uurtje over om m'n schrijfwerk. Is dat geen goed gevulde dag? Slaapwel, lievelingen en een kruisken voor u.

Dinsdag 5 mei

29e dag. Nog 17. Hewel, dat gaat hier nu een gangetje, hoor! Nog 17. En reeds 29 verloopen. Ja, 't telt af en 't is maar gelukkig ook; ik verlang naar huis, lucht en vrijheid van beweging ... 't Slapen gaat hier niet best, al is 't bed veel beter dan den vloer en zelfs dan 't ander bed van d'andere cel. Nog 420 uurtjes! Morgen tellen we al maar met 300 niet meer. Ik heb van heel den dag de gelegenheid niet meer gevonden nog een woordje in mijn dagboek te zetten, alvorens ik een brief aan Moeske heb geschreven ... 't Is wonderbaar hoe alles nu snel verloopt. Zooveel te beter want ik geloof dat ik het zou moeten hebben opgeven! Allo, goeden nacht lieven allemaal.

Woensdag 6 mei

30e dag. Nog 16. 't Is vanavond kwart over 8 als ik mijn cel binnenstap om opgesloten te worden. 't Duitsch appel had plaats te 17u.30 en daarna zijn wij gezellig zitten keuvelen met den adjudant in de boekerij ... dus van celleleven eigenlijk geen spraak, aangezien ik heel den dag heb doorgebracht op 't bureel van de greffie en daarmee is meteen dus den 16e dag die me nog van mijn bevrijding scheidt verloopen. Heer God, wat is dat een geluk! Zoo naderen wij stilaan het zalig uur waarop wij onze lievelingen terug aan 't hart zullen drukken en in den huiskring worden opgenomen. Hier op 't bureau ziet men geweldig veel miserie waartegen men tenslotte zeker wel verhardt.!... Ach die moedertjes met de onschuldige kinderen op den arm en die met die kindertjes door de gendarmen weggevoerd het cellerijtuig moeten instappen! Tot spoedig en slaapwel, mijn lieven allemaal!

Donderdag 7 mei

31e dag. Nog 15. Eerste maand verloopen. Bij 't opstaan vandaag zijn er nog 372 uren te doen, hoor! Dus nog 15 dagen. 't Is den 31e dag gevang die ik aanzie. 'k Krijg bedenkelijk weinig tijd om te schrijven en dat is een goed teken daar de uren aldus omvliegen als in een droom. Ik krijg regelmatig mijn lekker eten. 't Is maar 'n paar boterhammetjes met nu en dan 'n zoetigheidje door de lieflijke handen van Moes voor Paps bedacht, maar 't is toch zooveel en 't doet zooveel genoegen. Mijn makkers medegevangenen zijn zeer gulhartig en vriendelijk en dat alles maakt het leven vrij licht en laat ons toe van de beproeving met veel meer gemak te verdragen. De nachten zijn nog steeds niet normaal, maar dat komt wel als ik maar eerst weer in bedje lig, hoor! 'n Hartelijke kus voor allemaal.

Vrijdag 8 mei

32e dag. Nog 14. Heden opgestaan en gauw het opgedragen versje aan de makkers geschreven, zoodat het 8½ uur was en bureeltijd zonder dat ik had kunnen opkijken. Ik heb het uitgerekend. Ik ben in mijn cel geweest van 6 tot 8½, 11½ tot 12 en van 4¾ tot 5½, dan weer van 8 tot 9; zo op den ganschen dag slechts 4¾ uur opgesloten en de dag was heen!... Intusschen heb ik ferm gewerkt vooral bij 't schrijfmachien; ik kom er stilaan in. Hedenavond te 9 uur blijven mij nog 333 uren te doen. Vanaf zondag is 't al maar met 200 uren niet meer ... dan schuift het rap. Terwijl 't aantal dagen naar de 10 neigt eens dat we met een enkel cijfertje tellen, dan gaat het goed, hoor! Vaarwel, m'n lieven, en een flink kruisken. De 2 sukkelaars zijn nog niet gefusilleerd en dus ... is alles nog "gesperrd".

Zaterdag 9 mei

33e dag. Nog 13. Heden nog 13 dagen, 't zij 324 uren. Nu begin ik waarachtig last te heben om dit bij te houden.

Heden morgen zijn de twee terdoorveroordeelden gefusilleerd. Dat wordt ge hier goed gewaar, er is min "sperring". 't Bezoek kondigt zich vroeg aan. Ik krijg Ant. De Decker op bezoek. 's Namiddags heb ik het al vast ... ik kan ons Moeske zien, maar er mag niemand bij me komen en alzoo ... enfin 't is maar 13 dagen meer. Wij werken op bureel tot middernacht ... Moe en niet kunnen slapen!... Lekkere dingen van ons lieven ... ach, 't is zoo goed na die gevangeniskost!!

(Noot redactie: De twee vermelde gefusilleerden zijn de Italiaanse communist Enrico Vercellino en Jean Guilissen, lid van 'groep G' en expert in explosieven. Hij was assistent aan de Université Libre de Bruxelles van de beroemde professor Auguste Picard (T. De Craene, Terechtgesteld. Duitse executies in Oost- en West-Vlaanderen 1941-1944, Erembodegem, 2009, pp. 79-81).

Zondag 10 mei

34e dag. Nog 12. Heden nog 12 dagen. Te 6 uur 's morgens nog juist 300 uren ... geen bijzonderheid. Na de H. Mis worden wij al vroeg van den koer weggehaald om om op 't bureau te werken. Dr. Willock vertrekt heden, de gelukkige ... enfin, nog 12 dagen. Dezen namiddag kunnen wij zels het lof niet bijwonen, werk op bureel vanaf 2 uur tot 7 uur 's avonds. Te 9 uur 's avonds, als wij reeds gereed zijn, worden wij uit 't bed gehaald en werk op 't bureau tot 11 uur ... 60.000 rantsoenzegels gereed te maken voor morgen. Goed zoo ... de tijd vliegt nu ... Slaapwel allemaal! En zeggen dat het Moederkensdag was ... Arme Moe!

Maandag 11 mei

35e dag. Nog 11. Nog 276 uren of 11 dagen ... Het begint er beter op te trekken. Straks tel ik de dagen met en één enkel cijfer en dat is beter, hoor!... De dag loopt gewoon om. Veel werk en dus weinig gelegenheid tot sukkelen en dat is maar goed ook. Al mijn tijd vergaat in briefschrijven naar bestuurders en naar mijn lieven thuis ... en aftellen.

Ik herneem goed geloof ik, maar ik zal toch een paar dagen rust noodig hebben, hoor!

Op 't laatste knipke binnen gekomen en 't onweer maakt het vroeg duister! Dan maar van te 9 uur in 't bed en 't is goed om eens uit te rusten. Vooral dat het naaiuurtje was aan de broeksknoopen!

Slaapwel, lieven allemaal.

Dinsdag 12 mei

36e dag. Nog 10. Allo! Twee handen volstaan al om mijn dagen te tellen. Dat heet ik nu eens waarlijk afkorten. 'k Krijg den indruk dat de tijd nu vleugeltjes heeft. De dagen vervliegen al zoo snel als dat zij vroeger aansleepten. Zelfs vind ik den tijd niet meer om een versje te brouwen. 't Is vanavand 8u45 vooraleer ik de gelegenheid krijg mijn dagboekje aan te raken, in andere woorden nog 239 uren en schuiven a.u.b.!...

Ziet dat maar eens rijzen, 't is om gek te worden van genoegen en ongeduld. De controle vroeg mij daar: "Wiviel Tage noch?" ... en of 't er uit kwam: "Noch neun!". Hij proest er van lanchen, en ik dan... Slaapwel, lievelingen allemaal!

Woensdag 13 mei

37e dag. Nog 9. Nu begint het wis en waarachtig werkelijkheid te worden. Ik kan de dagen aftellen met één cijfer... Er blijven mij heden morgen te 7 uur nog 227 uren te doen.!... En in dees omstandigheden : een dag begonnen is een dag geëindigd! Zoo waar dat ik zelfs den tijd niet vond dit hier bij te werken. Weer gauw ons Moeske gezien door een kiertje van de deur... Ach dat eeuwig verlangen! Een groot, groot pak ontvangen vol met fijnen kost van thuis... De verloren kilootjes zullen we in die conditie gauw moeten afleggen... Als men er geen stokske voor steekt, want het wilt mij schijnen dat de bewakers niet heel tevreden zijn met onze al te groote vrijheid en ons voortdurende voordelen op 't gevangenisregiem. Enfin! zoolang men mij geen dagen bijlapt is 't niet heel belangrijk. Ze mogen mij nu voor deze komende 8 dagen volledig opsluiten... 't kan mij niet bommen!...Slaapwel, lievelingen allemaal... Moeske, aanstaande week zal 't niet meer door 't kiertje van 't deurtje zijn, hoor!

Donderdag 14 mei

38e dag. Nog 8. O.L. Hemelvaart. 'n Zaligen Hoogdag, lieven... ach wat 'n mooien dag, en dat zoover van u!... Onzen Bert is heel zeker geschikt van naar de roeiers te gaan zien op Langerbrugge... Hadden we maar eens samen kunnen wandelen vandaag, hé!... 't Geeft niets... nog een zondagsken geduld en wij krijgen ons beurt... dus nu geen ongeduld meer. Er zijn vanavond nog slechts 189 uren te doen.

Veel genoegen beleefd aan 't pakje van huis: 't portretje van Nineke, boterhammetjes met hesp! 'n Waren hoogdag en zoo dicht bij 't einde!... De laatste indruk van de avond was de ongunstigste: bevel van de bewakers van een gevangenvest te dragen... Wij zijn te schoon gekleed en... allé, kwaad is dat niet, wij denken aan anders niet dan aftellen!!! Slaapwel, lieven!

Vrijdag 15 mei

39e dag. Nog 7. Alzoo, nog 7 dagen... Hetzij 204 uren... Als ik eraan denk bezorgt het mij krampen in de darmen van puur verlangen... Och, dat die dagen maar rap glijden, ik vraag niet beter... Vanaf zondag tel ik de dagen op één hand. Deze ook is voorbij gegleden in het sneltste tempo en we staan weer te 8 uur 's avonds na een dag vol werk en met amper 2 uren van den ganschen dag in de cel doorgebracht... In die voorwaarden heeft de geest waarlijk de tijd niet om te denken en 't is zooveel beter. Wel spijt het mij enigszins dat ik geen gelegenheid vind om een paar indrukken op te tekenen maar dat is nu toch moeilijke tijd daartoe en we zullen de indrukken maar bewaren voor later. De rekening slaat:

Vrijdag 22 nog 12 uren

Donderdag 21 36 uren 21 uren

Woensdag 20 60 uren 45 uren

Dinsdag 19 84 uren 69 uren

Maandag 18 108 uren 93 uren

Zondag 17 132 uren 117 uren

Zaterdag 16 156 uren 141 uren

Zaterdag 16 mei

40e dag. Nog 6. Les peuples heureux sont les peuples sans histoire. Ik tel af! Ik tel af. Van 156 uren tot 141 uren.

Figuur 64. Uittreksel uit het gevangenisdagboek

Zondag 17 mei

41e dag. Nog 5. Van 132 tot 117 uren.

Maandag 18 mei

42e dag. Nog 4. Van 108 uren tot 93 uren.

Dinsdag 19 mei

43e dag. Nog 3. Van 84 uren tot 69 uren. Mijn naam gaat op 't bureau in de vertrekfarde.

Woensdag 20 mei

44e dag. Nog 2. Van 60 uren tot 45 uren! Mr. Storme verdwijnt, dat is de voorpost...

48 uren na zijn verdwijnen is 't mijn beurt! Ik werk gelijk een paardje om den tijd te korten!

Donderdag 21 mei

45e dag. Nog 1. Van 36 uren tot 21 uren. Werken, werken dat ik niet denken kan! 7 uur vanavond 't eerste geurke van thuis!... Een lekker potje gekooksel en 't beestenvoer gaat in 't vuil emmertje, een beloftevol briefje van den Bert... en een voorbarig maar lieflijk telegram. Allo, nu nog den nacht doorbrengen!... En tot morgen mijn lieven allemaal!!!

Vrijdag 22 mei

46e dag. Nog vandaag gelost te 18 uur.

Zaterdag 23 mei

47e dag. Vrij!!!


[1] Het betreft de Italiaanse communist Enrico Vercellino en Jean Guilissen, lid van 'groep G' en expert in explosieven. Hij was assistent aan de Université Libre de Bruxelles van de beroemde professor Auguste Picard (T. De Craene, Terechtgesteld. Duitse executies in Oost- en West-Vlaanderen 1941-1944, Erembodegem, 2009, pp. 79-81).